Ina Schroders-Zeeders is de dichter fan de moanne augustus 2025. Har twadde moannegedicht is de kathedraal. It fers stiet yn augustus yn it moanneljocht.
Het gedicht ‘De kathedraal’ staat in mijn bundel Wantij en in de gelegenheidsbundel van Dichterbijzee 2023. Het beschrijft mijn wereldbeeld dat er niet erg vrolijk uitziet. Ik schreef dit gedicht net na de coronatijd, een akelige periode die naadloos overging in de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. Niet alleen die gebeurtenissen voelden bedreigend, ook de teloorgang van de moraal, van de godsdienst, en dan in het bijzonder het onderdeel dat mensen op het rechte pad houdt. Het misbruik door priesters, het klimaat dat verandert, alles lijkt de verkeerde kant op te gaan. Mijn naïeve beeld van een rustige vreedzame mensheid na de koude oorlog brokkelt steeds verder af. Dat wordt er nog steeds niet beter op. De hele kathedraal van menselijke waarden, geluk, de goedheid van de mens, het blijkt allemaal schijn. Een mens kan zich dan in de steek gelaten voelen. Maar gelukkig kun je er over schrijven.
de kathedraal
mijn wereldbeeld is een kathedraal
die in de steigers staat
opgebouwd uit misgeslagen planken
het bouwwerk
mijn fossiele kracht
schudt door onderaardse toorn
van weggeroofde schatten
er vallen stenen van de klokkentorens
stuk voor stuk
aannames en tekenen van goede wil
de fiere vaandels met de waarheid zoals ik ze kende
die van democratie in macht en eerlijk delen
zijn gerafeld en geknakt
en de vrijheid die zij riepen
is nu slechts een verboden tentje naast een azc
de misdienaartjes die mijn onschuld waren
zingen vals het hoogste lied
allemaal weleens gepakt
zijn ze dronken van communiewijn
nee het klopt hier van geen kanten
de vredesduiven die versteende heiligen bescheten
stierven in de orgelpijpen
en als de oude organist
mijn taai geweten
zijn werk wil doen
stijgen bloed en veren op in roze wolken naar het brokkelende dak
lekkage laat de engel huilen
hier loopt het onder
hier vergaat
graf na graf van idealen verzuipt onder de stenen vloer
onder de voeten van de manke koster
die mijn ziel beheert
die de deur niet eens meer sluit als hij naar huis toe sloft
en mij in regen achterlaat